Lips heeft 151 miljoen schuld

Dit artikel schreven Cees Rijken en ik in het Brabants Dagblad van 29 november 1986. Cees Rijken is in oktober 1991 overleden. Hij mocht slechts 36 jaar worden.

Lips heeft 151 miljoen schuldDe Lips-bedrijven in Drunen zijn de ondergang dicht genaderd. Tijdelijk directeur Heesterbeek heeft geen moeite te erkennen dat Lips begin dit jaar in puur technische zin bijna failliet was. Het bedrijf kon slechts met de grootste moeite voldoen aan zijn verplichting tot het betalen van rente en aflossing van zijn leningen. Eigenlijk bestaat die situatie al enkele jaren. Toch is er enig vertrouwen in de toekomst.

"Ondanks het feit dat de continuïteit van de onderneming in de huidige vorm  en met de bestaande zware aflossings- en renteverplichtingen uit het verleden onzeker is, hebben wij, omdat de verwachting gewettigd is dat hiervoor op korte termijn oplossingen gevonden kunnen worden, normale continuïteit als basis voor de waardering van de jaarrekening gekozen."
Met deze opmerking begint de directie  van Lips United b.v. de toelichting op het jaarverslag 1984-1985. Het is het laatst bekende jaarverslag van de in United b.v. verenigde Lips-bedrijven. Het jaarverslag 1985-1986 is nog niet bij de Kamer van Koophandel in Waalwijk gedeponeerd. Het boekjaar van Lips loopt van juli tot juli. Uiterlijk binnen dertien maanden na 30 juni moet de Kamer de jaarstukken hebben ontvangen.
Het jaarverslag leert dat Lips aan langlopende en kortlopende leningen tesamen een schuld heeft van 151 miljoen gulden. Om die leningen bij banken los te kunnen peuteren heeft Lips veel eigendommen in onderpand moeten geven. Een bank wil best leningen verstrekken, maar ze wil daarbij als het enigszins kan de zekerheid dat ze van dat geleende geld nog wat terug ziet, als een bedrijf op de fles gaat.
Dus vraagt de bank onderpand. En Lips heeft die gegeven in de vorm van gronden, gebouwen, gereed produkt, voorraden en zelfs vorderingen op anderen. Dat betekent dat Lips bij liquidatie zijn hele hebben en houwen kwijt is aan de bank. Tot uiteraard de waarde van het totaal van de nog openstaande leningen is bereikt.
Mocht dan nog geld overblijven, en mocht de belasting geen vordering meer hebben op het bedrijf, dan komen de houders van preferente aandelen aan bod. Dat zijn de Nationale Investeringsbank en de stichting die de aandelen van de familie Lips beheert. De houders van preferente aandelen hebben elk jaar recht op een dividend van tien procent van de nominale waarde van het aandeel. Elk aandeel van duizend gulden zou dus per jaar honderd gulden opleveren. Maar in jaren waarin geen winst is gemaakt, behoeft dat dividend niet uitgekeerd te worden. Het recht op het dividend blijft evenwel als vordering bestaan. Per 30 juni 1985 bedroeg die ruim 9 miljoen gulden.

Max Lips
Maar het grootste knelpunt zijn de leningen. Veel van die leningen sloot Lips in de tweede helft van de jaren zeventig. Dat was vlak na het moment, in 1974, dat Lips zijn aluminiumfabriek afstootte. Ingewijden zeggen dat nu wijlen Max Lips, oprichter en president-directeur van de Lips-bedrijven, de miljoenen die hij voor het aluminiumbedrijf kreeg, niet ten gunste van zijn scheepsschroevenfabriek en het koperbedrijf liet komen. Had hij dat wel gedaan dan zouden die grote leningen er nu niet zijn geweest. Dan was misschien ook in 1979 niet de extra financiële injectie nodig geweest van de aandelenstichting van de familie Lips en de Nationale Investeringsbank. Beide fourneerden miljoenen en kregen daarvoor preferente aandelen. In de toelichting op de balans van 30 juni 1985 staan die aandelen voor een bedrag van 16,3 miljoen gulden genoteerd. Hoeveel de Lips-stichting er daarvan heeft en hoeveel de Investeringsbank wordt niet vermeld. De Lips-stichting heeft voor 50 miljoen gulden gewone aandelen in het bedrijf. Althans per 30 juni 1985.

Lips heeft 151 miljoen schuld. Lips United
Deze constructie zal tot het verleden gaan behoren: Lips United heeft geen geld om de afzonderlijke bedrijven op de been te houden.  (Graphic: Hugo Vermaas)

Karrevrachten geld
Het is moeilijk aan te geven wat de oorzaken zijn van de toestand waarin Lips terecht is gekomen. Zeker is wel dat karrevrachten geld gestoken zijn in de koper-afdeling van het bedrijf LDM. De markt van koperen buizen was overvol, maar toch zocht LDM het in een vergroting van de produktie. Het bedrijf besteedde tientallen miljoenen guldens aan de perfectionering van een hypermoderne pers. Het bleek wedden op het verkeerde paard. De koper-afdeling gaat dicht. De pers zou misschien voor werk van derden benut kunnen worden. Het bedrijf SLE dat supergeleidende draad produceert, slokte miljoenen op voor onderzoekswerk. Dat leek goed besteed geld te zijn. Maar SLE is voor zijn draad aangewezen op toepassingen in de gezondheidszorg en de kernfysica, twee sectoren die getroffen zijn door bezuinigingen.

Wereldfaam
Lips b.v., het scheepsschroevenbedrijf, is een verhaal apart. In ruim een halve eeuw is met de produktie van voortstuwingsinstallaties in Drunen wereldfaam opgebouwd. Het bedrijf opereert echter inmiddels jarenlang op een abominabele markt. Met name de overcapaciteit van vaste schroeven is enorm. Het gevolg zijn lage prijzen en orders die met verlies afgeleverd worden. Voor de komende jaren wordt een bestendiging van die situatie verwacht. Lips-Keller in Rotterdam , een volle dochteronderneming, is daarom al gesloten. Vijftig werknemers verloren hun baan. Lips b.v. heeft echter nog altijd een leiderspositie in de wereld op technologisch vlak. Dat wordt als een serieuze kapstok gezien om de activiteiten voort te zetten. EEG-steun voor de scheepsbouw en harde saneringsafspraken voor de schroevenmarkt in Europa moeten betere prijzen opleveren.

Overlevingsplan
Voor de Lips-bedrijven is een overlevingsplan opgesteld. Lips b.v. en LDM b.v. gaan voort als zelfstandige ondernemingen, niet langer onder de hoede dus van Lips United b.v. SLE kan alleen blijven bestaan als zich een koper meldt. Aan de banken - Van Lanschot, ABN en de Nationale Investeringsbank - is gevraagd de 'nieuwe' bedrijven  tegemoet te komen door bepaalde kwijtscheldingen. Welke dat zijn blijft duister. De gemeente Drunen is gevraagd ongeveer 25 hectare eventueel voor industrievestiging geschikte grond over te nemen. Geprobeerd wordt uit alle mogelijke hoeken en gaten geld bijeen te harken. Maar ook hier geldt dat geld alleen niet gelukkig maakt. Het overlevingsplan moet aangeven waar het mogelijke geluk dan wel te vinden is. Dat plan blijft binnenskamers.