Peperstraat Broekerhaven een centrum van winkels

Dit artikel schreef ik in 2005 in het jaarboek van de historische vereniging Oud Stede Broec

Ver voordat in de vroegere gemeenten Bovenkarspel en Grootebroek, laat staan in de nieuwe gemeente Stede Broec, ooit het woord winkelcentrum was gevallen, had Bovenkarspel al een centrum van winkels, de Peperstraat. Vooral tot in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen de Zuiderzee en de Broekerhaven nog springlevend waren. Maar ook in de jaren vijftig, twintig jaar nadat de Afsluitdijk in 1932 van de Zuiderzee het IJsselmeer had gemaakt en de Broekerhaven meer dood dan levend had achtergelaten, nog in die jaren was de Peperstraat wat je noemt een winkelstraat. De straat was vanuit het noorden de toegangsweg tot de Broekerhaven, tot binnenhaven de Kolk ‘omarmd’ door de Grote Kaai en de Kleine Kaai,  en achter de overhaal het straatje Achter ’t Rad, later Overtoom genoemd.

Peperstraat
Het begin van de zuidoost-kant van de Peperstraat. In het eerste pand  rechts had ‘kouwe bakker’ Klaas Hagtingius zijn winkel. De bakkerskar staat voor de deur. Daar achter  met op de zijgevel het reclamebord van ‘Sunlight zeep’ de kruidenierswinkel van Wim Kuin, later Jan van Dam. (Foto collectie Ko Steltenpool).

Het was maar een klein gebied bij en rond een kleine binnenhaven, en een bescheiden buitenhaven. Maar wat trof je er?  Aan de westzijde pal in het begin van de Peperstraat, op nummer 2, de schuitenhelling van Klaas Weeteling. Op nummer 8  kruidenier Henk van der Pal, aannemer Luitzen Huver op 10 en 12, zeilmakerij Berend van Kalsbeek op 14. Veel  drukker was het aan de overkant, de oostkant. Een meter of twintig voordat je daar de Peperstraat binnenstapte, zat kruidenier Stellingwerf op Broekerhavenweg 269. En in de Peperstraat zelf, in ‘nu omstreden’ volgorde van plaats en tijd, van voor naar achter: kruidenier Jan Lammertsma, kapper Rikus Kooy, later ook Eeltje Swagerman met lappies en speelgoed, en de groentehandel van Jaap Reyn. Hun huisnummers zijn per winkel moeilijk te achterhalen, ook al omdat je er ook wel twee nerinkjes onder één kap had. Niet naast elkaar, maar achter elkaar. Op nummer 13 zat in ieder geval groenteboer Jan Deen-Doodeman, op 19 schilder Theo van Rensch, op 21 slager Japie de Lange ( later Piet Sinnige), op 23 kruidenier Wim Kuin  (later Jan van Dam) en op 25 bakker Klaas Hagtingius. Op de Grote Kaai (weg en kade ten oosten van de Kolk) was ook veel bedrijvigheid. Nu heet het daar ook Peperstraat, dus volg ik er de huidige huisnummering, met op 29 bakker Cor Veer, op 31 Jan Jong met café Het Hof van Holland, op 35 de smederij van Lieuwe van der Pal  die later werd overgenomen door Ben van der Meulen. Aan de overkant op nummer 38  café de Groene Papegaai van Dorus Steltenpool, die ook scheepsbevrachter was. Het toen nog jonge paar Dirk Visser-Smit heeft vijf jaar het café van ome Dorus voortgezet voordat ze naar het café bij de veiling gingen. Naast het café stond het wolwinkeltje van Kee Dalsum en dochter Zwaantje. Achter ’t Rad (Overtoom) op nummer 16 kolenboer Gerrit Kok die eerst op Broekerhavenweg 126 zat. Op Overtoom 13 woonden de later naar Canada geëmigreerde Cor Hoffer en z’n vrouw Marie van der Pal. Cor ventte peterolie (petroleum) en was ook niet te beroerd om de haren van de mannen te kortwieken. De handel in petroleum werd voortgezet door Jaap Dral.

Graven in geheugen
Hoe apart Peperstraat en het aangrenzende havengebied ook waren, ze behoorden onlosmakelijk tot wat wij Broekerhaven noemen, het hele gebied tussen de Hoofdstraat van Bovenkarspel en het IJsselmeer. Dus ook de Broekerhavenweg, de Bredastraat en de Bakkerstraat. De Broekerhavenweg, ooit Havenweg geheten, was eveneens rijk voorzien van  winkeliers en andere neringdoenenden. Piet Klein, nu Bakkerstraat 59, voerde me schriftelijk en Annie Ven (de vrouw van Ab Andringa, Kardinaal Willebrandshof 1) telefonisch door de Broekerhavenweg uit vroeger tijden. De twee zijn bij het opmaken van hun ‘inventaris’ ver terug in de geschiedenis gegaan. Daardoor kan het voorkomen dat we middenstanders en anderszins ondernemers noemen, van wie het bestaan alleen uit overlevering bekend was bij hen die pas na de oorlog tot de jaren des onderscheids kwamen. We gingen na met welke, meestal arme, middenstanders Broekerhaven, inclusief de Peperstraat en rond de Kolk uitwaaierende kaden en straatjes destijds gezegend was. Samen met m’n broer Ben, en onze vrouwen, ging ik op 3 december 2004  van noord naar zuid door Broekerhaven met de, door toedoen van Annie Ven hier en daar wat meer gedetailleerde, lijst van Piet Klein in de hand. Kijkend naar huisnummers, gravend in onze  geheugens die op 5 maart 1936 (Wim) en op 2 december 1938 (Ben) op Broekerhavenweg 196-198 begonnen te werken. En het nog steeds doen.

Postkantoortje
Voor mijn gemak begin ik aan de westkant, dat is vanaf de Hoofdstraat rechts. Op de hoek van Hoofdstraat en Broekerhavenweg zat bierbottelarij Groen met direct daarnaast kapper Jans (daarna Brouwer, Jaap Houtenbos en weer later Appelman met byouterieën). In het pand van Groen had Jaap Edelenbosch, ooit visventer uit Enkhuizen, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, een fritestent, waar je trouwens ook je dubbeltjes kwijt kon in een gokautomaat. Op de plek ongeveer waar nu een kleine parkeerplaats is, stond vroeger een brandspuithuisje. Daar stond Piet Neuvel op zondag met snoep. Voordat hij z’n dagelijks brood verdiende als postbode, had Piet Krul een kruidenierswinkel op nummer 22, het adres waar je nu je eksterogen kunt laten vertroetelen. Kolenboer Adam Neuvel had z’n handel op nummer 52. Iedereen weet natuurlijk de Ceres-molen van vroeger Jan Dekker. Op 94 bakte Jan Kager (later Sietze van der Werff) z’n broden en in de hongerwinter was er de gaarkeuken gevestigd.  De dochter van beurtschipper Raukema  stond op 98 achter het loket van het postkantoortje en op 102 zong amateurzanger Cees Schoon het hoogste lied, ook als hij bezig was met zijn stiel ‘aanleg en onderhoud van tuinen’. Kolenboer Gerrit Kok had 126 als huisnummer en in het huis (154) waar volgens velen de familie Mol-Ettema ‘altijd’ gewoond heeft, deed de familie Van Leijen bescheiden in kruidenierswaren en klompen. Slechts enkele deuren verder (164) verkocht Pieter Haas brandstoffen. Willem en Joost Botman (172), schuitenmakers en handelaren in van  freesmachientjes tot fietsen, met  een met de hand op gang te brengen benzinepomp, zijn ook werkgever geweest van Jan Jongert, later in  Medemblik bouwer van zeewaardige jachten. Jaap Rood had bakkerij De Bokser op 192, kruidenier/postbode Ben Klaassen verdiende op 196 en 198 in de bollentijd leuke extra’s met de verkoop van bollenmanden. Tuinder Bertus Kamper verkocht op nummer 200 eendeneieren en bestrijdingsmiddelen die tegenwoordig gewasbeschermingsmiddelen worden genoemd.  De weduwe Jans Deen-Bos maakte op 202 naam met de verkoop van klompen en klompsokken. Haar zoons hielden haar tuindersbedrijf draaiende. Daar waar fietsenmaker Maarten Rooker (214) de ellende beleefde van een lekkende benzinetank waardoor duizenden liters benzine in de bodem verdwenen, hield z’n voorganger Bartel Stienstra, samenwonend met ‘buurvrouw’ Langereis, zich ook al bezig met reparatie van en handel in fietsen. Tuinder Willem Brouwer (220) verkocht radio’s.  Hij was aan de westkant de laatste middenstander van de Broekerhavenweg tot het begin van de Peperstraat.

Snoep en vis
De oostkant van de Broekerhavenweg begon met de hervormde kerk, de niet meer in gebruik zijnde begraafplaats waar de jeugd op voetbalde, en de openbare lagere school. De eerste middenstander was op 35 Arie van der Gulik, later zijn schoonzoon Martin Schrama en nu wolwinkel Ricky van Jan Neuvel. Zijn buurman was Arie Peerdeman (37) met planten en bloemen uit de kas, op 39 verkochten Piet en Sientje Haas snoep en vis. Freek de Vries, in zijn jonge jaren doelman van het toen roemruchte Westfrisia, handelde op 55 in groenten. De Florabar (69) was ooit het café van Klaas Zuiker, Meindert Reus, Jan Brink, Pancras, Rinus Feij. Cor Schaper ging op 75 Jaap Dekker als vrachtrijder vooraf. Door een klein zijsprongetje ontmoeten  we in de Bredastraat metselaar Siemen Klein. Op Broekerhavenweg 91 verkocht Bas Ooteman petroleum en waspoeder. Zijn opvolger was Piet Klein die we straks op nog een paar adressen tegenkomen. Jaap Steltenpool (97) was kruidenier met later  een kleine supermarkt.

Broekerhavenweg
Op nummer 97 had Jaap Steltenpool zijn kruidenierswinkel. Let op (links) de benzinepomp die met handkracht op gang gebracht moest worden. Op de zijgevel het reclamebord van Ster Tabak. (Foto collectie Ko Steltenpool)

Slager Jaap Ooteman (103)  kreeg ook enige bekendheid als eigenaar van een drafpaardje. Toen Ooteman naar Rotterdam vertrok, nam Cor Noort de zaak over. Drie huizen voorbij Ooteman, dat zal dus op 109 zijn geweest, handelde Afie Haas in kruidenierswaren. Annie Ven: “ik haalde er altijd stroop.” Jan Sluis onderhield vanuit huisje 119 met de handkar een bodedienst van Broekerhaven naar Enkhuizen. Een flinke sprong verder op 151 melkboer Willem Klarenbeek, trotse vader van tien dochters. Piet Klein (zie huisnummer 91) ging later vanuit 151 met een SRV-wagen (rijdende winkel) door Broekerhaven en naburige straten. Nadat melkboer Jan van der Oord  (159) in 1958 ging rentenieren, zette Piet Klein (zie huisnummer 91) er zijn petroleumhandel voort. Een nieuw zijsprongetje voert naar de electriciteitswinkel van Schiphouwer in de Bakkerstraat. Op Broekerhavenweg 177 handelde Jo Haas, getrouwd met assistent-havenmeester Jan Huitema, in manufacturen. Later verkocht Arie Rood er rookartikelen. Op 181 woonde Knelis Rooker, beurtvaarder op Amsterdam. Rustend schipper Rooker gaf zijn huis de naam ‘Verankerd’. Zijn collega Andries, ofwel Tokie, Mantel  woonde op 185. Mantel had het schip de Stella Maris. Petrus de Graaf (213) was zo goed als zeker het kleinste kruideniertje, wat persoonlijke lengte en zijn omzet betreft, van de hele gemeente.  Houthandel Bakker (217), in de wandeling ‘Bakker de houtzaag’ genoemd, verkocht aan bouwbedrijven ook andere bouwmaterialen dan hout. Jan Slok en zijn zoon Jan (233) hadden met een vrachtwagentje een bodedienst naar Enkhuizen en Hoorn. Ze verkochten aan particulieren boter, kaas en eieren. Alleen de oudsten onder ons zullen zich herinneren hoe Gertje Visser (later kastelein bij de tuinbouwveiling) op 245-247 zijn manufacturenwinkel ‘De Wonderkuil’ had. Toen Gertje er uit was gestapt begon Jo Deen er zijn melkwinkel. Jo genoot in katholieke kringen bekendheid omdat hij vele jaren lopend op klompen naar Amsterdam ging voor de  Stille Omgang. Ik noem bewust ‘katholieke kringen’ omdat nog tot ongeveer de jaren zeventig een meer dan gewone scheiding bestond tussen katholieken en protestanten, waar alle andersdenkenden mee werden aangeduid. Ter verduidelijking: schipper Knelis Rooker (181) kocht zijn klompen bij geloofsgenoot Stellingwerf (269), ofschoon de katholieke Jans Deen-Bos (202) veel dichterbij was. En voor zijn kruidenierswaren passeerde hij Ben Klaassen (196-198), ook ten gunste van Stellingwerf.

Broekerhavenweg
De melkwinkel van Jo Deen op Broekerhavenweg 245-247.  Voor de winkeldeur staat Jo Deen met zijn witte kuif,  achter hem in de deuropening bakker Cor Veer (met pet). De vrouw naast Jo Deen is huishoudelijke hulp Annie Ruiter (dochter van Piet Ruiter) met op de arm Conny Deen, jongste dochter van het gezin. Uit het luik boven kijkt mevrouw Deen. De foto uit de collectie van de familie Deen dateert van ongeveer 1948.

Met Jo Deen naderen we het einde van de Broekerhavenweg. Tussen Jo Deen en Stellingwerf zou, naar mij verklaard is, iemand vanuit een dwars op de weg staand huis sigaren hebben verkocht. Op Broekerhavenweg 249 woonde beurtvaarder Karel en op 263 Toon Meier, ventend met vis en consumptie-ijs.

Al die middenstanders, al die winkeliertjes hadden niet alleen met elkaars concurrentie te maken.  Ook middenstanders uit de Hoofdstraat van Bovenkarspel en uit Enkhuizen kwamen naar Broekerhaven. Het omgekeerde was ook het geval, zij het uiteraard veel meer van Broekerhaven naar de Hoofdstraat, dan naar Enkhuizen. Voor de meesten was de spoeling dun.  Maar zij stelden  ook nauwelijks eisen aan het leven. Hard werken, vroeg naar bed en morgen is er weer een dag.

WIM KLAASSEN

Enkele toevoegingen en veranderingen dank ik aan reacties van Nico Rooker, zoon van Knelis Rooker, Broekerhavenweg 181, en van Annet Wood-De Haas uit Berkhout. Nico schrijft dat op nummer 183 tot 1940 (toen werd ik vier jaar) Hartje Ruiter een petroleumhandel had. Aan huis, met als uithangbord het merk Essolube, en ventend met een kar. De moeder van Nico heette Aaf Haas. Althans iedereen zei Haas, maar de eigenlijke naam is De Haas, zo laat Annet Wood-De Haas weten. Dat houdt ook in dat Piet en Sientje van nummer 39, Pieter van nummer 164 en Jo van nummer 177 de achternaam De Haas in plaats van Haas hadden. Annet is een achter-achternicht van Nico Rooker. Zij is bezig met de historie van haar familie De Haas die uit Enkhuizen in Broekerhaven kwam door de boerenknecht Pieter de Haas, getrouwd met Aafje Sterk. Ze kregen achttien kinderen, van wie alleen zeven jongens in leven bleven. Pieter is ''met behulp'' van zijn zoons stamvader van Piet, Pieter, Jo en Aaf in mijn bovenstaand artikel.